In het Vlaamse Hoegaarden zijn we bezig met het inmeten van de putten. Dat doen we zowel boven- als ondergronds. Bij het inmeten achterhalen we de x-, y- en z-coördinaten.
Aan de hand van deze coördinaten kun je inzichtelijk waar de putten zich geografisch bevinden en op welke hoogte t.o.v. van het NAP of TAW (België). Met een BOB-meting (Binnen, Onderkant, Buis) achterhalen we dan vervolgens de gegevens van het leidingstelsel t.o.v. van de ligging en hoogte. Met deze gegevens kan men bepalen of het stelsel is verzakt en welke maatregelen er nodig zijn om het riool optimaal te blijven gebruiken.